Als ik overmorgen oud ben,
hoor jij dan nog steeds bij mij,
als ik dreinen ga en zeuren,
blijf jij mij dan toch nabij?
Als ik overmorgen oud ben
en de zon niet meer kan zien,
wil je mijn verhaal dan horen,
troost je mij dan ook misschien?
Als ik overmorgen oud ben,
duizend rimpels in mijn huid,
wil je mij dan zachtjes strelen,
lach je mij dan teder uit?
Als ik overmorgen oud ben
en ik weet jouw naam niet meer,
blijf jij dan mijn naam wél noemen
en mij groeten, keer op keer?
Als ik overmorgen oud ben
en soms bang ben voor de dood,
blijf jij hand-in-hand dan waken,
als ik klein ben en jij groot?
Als ik overmorgen oud ben
hoop ik dat ik jou nog ken
en mijn hart me blijft vertellen
hoe gelukkig ik nu ben.
Karen Hagg